Een rij huizen aan het water bij zonsondergang
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Wat is de NOVI?

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de langetermijnvisie van het Rijk op de inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. In de NOVI staan de ruimtelijke uitdagingen voor Nederland, wat daarbij de nationale belangen zijn, welke keuzes we maken en welke richting we meegeven aan decentrale keuzes. Die keuzes hangen samen met de toekomstbeelden voor de fysieke leefomgeving, de maatschappelijke opgaven en economische kansen die daarbij horen.

In Nederland zijn veel grote opgaven die niet meer los van elkaar kunnen worden gezien. Droogte, de zeespiegelstijging, de overgang naar duurzame energie, de ruimte die nodig is voor windmolens en zonnepanelen, de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen, de groei en het bereikbaar houden van steden en plekken voor distributiecentra. Maar ook het versterken van de natuur, biodiversiteit, het behoud van ons landschap en de vitaliteit van onze landbouw. Dit zijn voorbeelden van die grote, ingewikkelde opgaven die allemaal ruimte vragen. Om deze opgaven op te kunnen lossen moeten ze in samenhangen worden bekeken.

Waarom bestaat de NOVI?

De nieuwe Omgevingswet verplicht het Rijk tot het opstellen van een  Nationale Omgevingsvisie (NOVI), waarmee het langetermijnbeleid voor de fysieke leefomgeving wordt vastgelegd. Deze visie is in 2020 vastgesteld door het kabinet en het parlement.

Hoe is de NOVI gemaakt?

De NOVI is gemaakt in nauwe samenwerking met provincies en gemeenten, waterschappen, maatschappelijke partijen en burgers.

Wat heeft IPO gedaan in dit proces?

Het IPO heeft bijgedragen aan deze visie met zijn aanbod (‘Samen bouwen aan de toekomst van Nederland’). Hierin lag de aandacht op vier thema's: energietransitie, verstedelijking, groei en krimp, en internationalisering. In het voorjaar van 2018 heeft het IPO, samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het ‘Manifest NOVI: Naar een nieuw Nederland’ gepresenteerd. Belangrijkste boodschap hierin is het werken als één overheid en dat door gebruik te maken van de integraliteit van de opgaven de transities elkaar kunnen versnellen.

Meer informatie

Voor meer info over de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) verwijzen we u door naar de website.

Bodem

Door de problemen met PFAS is de aandacht voor de kwaliteit van de bodem en het grondwater weer hoog op de politieke agenda gekomen. We zetten in op nieuwe financiële afspraken tussen I&W, provincies en gemeenten over bodemtaken. Onder de Omgevingswet blijven provincies verantwoordelijk voor grondwaterkwaliteit, historische grondwaterverontreinigingen en bodemsaneringen bij complexe bedrijven. Daarnaast neemt de aandacht voor het benutten én beschermen van bodem en grondwater toe. Maatschappelijke opgaven als de energietransitie met ondergrondse winning van warmte of opslag van waterstof, de klimaatadaptatie met het bufferend vermogen van de bodem of de landbouwtransitie met aandacht voor vitale bodem in de bedrijfsvoering van agrarische bedrijven.

Problemen die kort geleden bekend zijn geworden zoals de PFAS- en in brede zin Zeer Zorgwekkende Stoffen- maken dat bescherming van de bodem erg belangrijk zijn geworden en steeds aandacht vragen.. We willen komen tot een complete aanpak waar aandacht is voor het ontstaan van de Zeer Zorgwekkende Stoffen totdat ze in de pijp zitten. Hiervoor is het nodig aandacht te hebben voor de aanwezigheid van de stoffen in zowel de bodem, water, lucht en in het afval (intercompartementaal). De belangenbehartiging richt zich op het veiligstellen van voldoende financiële middelen voor provincies via bestuurlijke afspraken en in de kabinetsformatie extra budget vrijmaken voor de aanpak van PFAS.

De energietransitie en ruimtelijke vraagstukken

In het landelijke klimaatakkoord (2019) is afgesproken dat op 1 juli 2021 de Regionale Energie Strategieën 1.0 worden opgeleverd (RES 1.0). Deze RESsen 1.0 moeten dan zijn vastgesteld door gemeenteraden en de Provinciale Staten. In de RES 1.0 moet staan hoe en waar de regio duurzame energie gaat opwekken om een steentje bij te dragen aan het landelijke doel van 35twh duurzame opwek in 2035. Ruimtelijk moeten deze plannen geborgd worden in provinciale omgevingsvisies, verordeningen en programma’s.

IPO ondersteunt provincies bij het maken van hun RESsen; dit gebeurt vooral via het programma Energie & Klimaat. In samenwerking met programma ROWW wordt gekeken welke instrumenten uit de Omgevingswet toepasbaar zijn in de uitvoering van de RESsen. Ook werkt IPO aan kennisontwikkeling en kennisdeling over de ruimtelijke consequenties van opwek, opslag en transport van energie. Daarnaast behartigt IPO de provinciale belangen in Nationaal Programma Hoofdenergiesysteem.

Omgevingswet

Provincies zijn, samen met gemeenten, voor een groot deel verantwoordelijk voor de ruimtelijke inrichting in Nederland. In de Omgevingswet zijn de taken en bevoegdheden van de gemeenten, waterschappen, provincies en rijk vastgelegd.  De wet vervangt tientallen wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriele regelingen. Alle wetgeving rondom de Omgevingswet is anno 2021 aangenomen in de Tweede en Eerste Kamer. De wet wordt naar verwachting op 1 januari 2022 van kracht en moet zorgen voor minder regels, heldere en snellere procedures en een aanzienlijke besparing in de kosten. De huidige versnippering van wetgeving voor de fysieke leefomgeving behoort dan tot de verleden tijd.

Wat is de rol van provincies in de omgevingswet?

Provincies zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening in Nederland. De Omgevingswet raakt aan alle kerntaken van provincies. Daarom heeft het IPO de afgelopen zeven jaar stevig ingezet op belangenbehartiging. Het IPO wil bereiken dat in het nieuwe stelsel de provincies hun wettelijke taken en bevoegdheden in de fysieke leefomgeving optimaal kunnen vervullen. Om dit te kunnen doen moeten ze kunnen sturen via activiteiten waar de provincies bevoegd gezag over zijn. Daarnaast moet er sturing kunnen zijn op de taak- en bevoegdheidsuitoefening van gemeenten en waterschappen. De inzet van IPO heeft onder meer geleid tot de wetgeving zoals deze er nu is. Om ervoor te zorgen dat de provincies hun taken en bevoegdheden kunnen uitoefenen, zijn in de Omgevingswet een aantal kerninstrumenten opgenomen. Het gaat daarbij om instrumenten die de totstandkoming van het omgevingsbeleid ondersteunen (omgevingsvisie en programma’s), instrumenten voor het effectief maken van het provinciale beleid (omgevingsverordening, instructieregels en projectbesluiten) en toestemmingen die zijn gericht tot initiatiefnemers (omgevingsvergunning).

Hoe wordt de implementatie van de Omgevingswet geregeld?
De komst van de Omgevingswet brengt ook voor de provincies ingrijpende veranderingen mee. De wet zorgt voor een gedrags- en cultuurverandering van provinciale organisaties. Een meerjarig implementatieprogramma ondersteunt de implementatietrajecten bij alle provincies.
In een bestuursakkoord hebben Rijk, VNG, Unie van Waterschappen en het IPO afspraken gemaakt over de implementatie van de wet. Afgesproken is dat de verschillende overheden bij de implementatie zoveel mogelijk gezamenlijk optrekken. Dit gebeurt via het interbestuurlijke programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Hiervoor wordt door het IPO:

  • op landelijkniveau samengewerkt in de Programmaraad met de VNG en het Rijk;
  • ondersteuning geboden aan de provincies voor de implementatie van de wet in de provincies, en;
  • samen met de provincies bijeenkomsten georganiseerd ter bevordering van het goede implementatieproces. Tevens wordt meegewerkt aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en wordt de besluitvorming voorbereid voor de twee aan de provincies toegewezen informatiehuizen (natuur en externe veiligheid).

Zelf aan de slag met de implementatie?

Ben je zelf bezig met de implementatie van de Omgevingswet en heb je vragen als: Wat is nu van belang bij de invoering van de Omgevingswet voor jouw provincie? Hoe weet ik wanneer ik waaraan moet werken? Dan geeft de navigator voor de provincies de antwoorden hierop. De navigator geeft aan wat je wanneer moet doen als provincie om ervoor te zorgen dat je klaar bent voor het werken met de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De navigator leidt je hierbij stap voor stap door de materie, en laat je zien wat je nodig hebt aan bouwstenen. Zo kun je zelf als provincie je digitale reis plannen! Klik hier om de Navigator te bekijken.

Wat zijn de informatiehuizen?

Goede informatie over de leefomgeving is erg belangrijk voor een goede uitvoering van de Omgevingswet. Tien zogenoemde informatiehuizen gaan voorzien in het organiseren van beschikbare, bruikbare en bestendige data. Het gaat om de volgende informatiehuizen; Lucht, Water, Bodem & Ondergrond, Natuur, Externe Veiligheid, Geluid, Cultureel Erfgoed, Ruimte, Bouw en Afval. Deze informatiehuizen is het gevolg van de ambitie van het IPO, VNG, UvW en Rijk om in de informatiebehoefte voor de uitvoering van de Omgevingswet te voorzien.

De Informatiehuizen Water, Natuur, Bodem, Externe Veiligheid en Cultureel Erfgoed hebben in 2017 met de Provincie Groningen en Waterschap Noorderzijlvest een pilot uitgevoerd, met als resultaat de Locatiezoeker Groningen. Het belangrijkst doel was om bevoegde gezagen en initiatiefnemers ervaring te laten opdoen met het ontwikkelen en gebruiken van een informatieproduct. Hiernaast moest de pilot een beeld geven van hoe het DSO en de samenwerking met en tussen informatiehuizen kan gaan werken.