Er is een grote én urgente vraag naar meer energie; Nederland is in transitie. Enerzijds zijn huishoudens in een hoog tempo bezig met het installeren van zonnepanelen en warmtepompen, en zijn bedrijven aan het verduurzamen. Anderzijds groeit Nederland en komen er meer woningen, datacenters en bedrijventerreinen bij. Deze ontwikkelingen hebben grote impact op het huidige energiesysteem dat niet toegerust is op deze maatschappelijke ontwikkelingen. Hierdoor ontstaan er knelpunten in het systeem: netcongestie. Er is niet genoeg capaciteit op het netwerk, waardoor er meer vraag is dan aanbod. Zo kunnen bedrijven, woonwijken, zonneparken en andere ontwikkelingen op steeds meer plekken voorlopig niet worden aangesloten. Dit heeft grote economische en maatschappelijke gevolgen.
Dit leidt ertoe dat er nu (harde) keuzes gemaakt moeten worden; niet alles en iedereen kan bediend worden. De vanzelfsprekendheid verdwijnt. Daarnaast zal de gevraagde energie-infrastructuur sneller gerealiseerd moeten worden met slimme oplossingen en goed plannen. Dat betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen hand in hand gaan met de mogelijkheden van energie-infrastructuur.
Overheden, netbeheerders en andere partijen slaan de handen ineen. De brede samenwerking bestaat uit de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Klimaat en Groene Groei, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Netbeheer Nederland, het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Nederlandse Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek én de gezamenlijke provincies.
In het huidige energiesysteem staan betrouwbaarheid en leveringszekerheid centraal. Keuzes worden vooral gemaakt op basis van technologische gronden: waar zit de meeste vraag en aanbod? Hoe kan het netwerk zo efficiënt mogelijk worden uitgebreid tegen de laagste kosten?
Deze vragen en daaropvolgende keuzes hebben een steeds grotere maatschappelijke impact. Zo is de aanwezigheid van de bestaande energie-infrastructuur bepalend voor waar wel of niet ergens woonwijken of bedrijventerreinen gerealiseerd kunnen worden.
In het energiesysteem van de toekomst zou juist de maatschappelijke impact centraal moeten komen te staan, om zo de grote gevolgen op de samenleving en de economie te verminderen. Hiervoor is een nieuwe manier van werken nodig: planning van woonwijken, bedrijventerreinen, verduurzaming etc. moet afgestemd worden met de planning en investering voor de energie-infrastructuur.
Hiervoor zullen overheden, netbeheerders en andere partijen gezamenlijk keuzes over het energiesysteem moeten maken. Dit vraagt om een nieuwe werkwijze voor alle partijen: integraal programmeren. Zo moeten de vraag, het aanbod en de energie-infrastructuur in samenhang worden ontwikkeld om op termijn weer in balans te komen.
Integraal Programmeren vraagt om een publieke afweging in een gezamenlijk proces van overheden, netbeheerders en andere partijen. De belangrijkste resultaten waarnaar zij streven zijn een energievisie en een provinciaal MIEK. De energievisie bevat zover mogelijk het toekomstbeeld van de ontwikkeling van het energiesysteem, het provinciaal MIEK een overzicht van de daarvoor nodige belangrijkste maatschappelijke projecten in een provincie.
Het proces van integraal programmeren begint met de opstart. Daarna bestaat de cyclus uit 5 stappen die je iedere 2 jaar doorloopt. Daarbij is het niet nodig elke keer alle stappen te herhalen.
Er zijn diverse hulpmiddelen die u kunt gebruiken in het hele proces van integraal programmeren.
- De handreiking 'Integraal Programmeren in het energiesysteem' is bedoeld voor iedereen die met integraal programmeren bezig is of aan de slag gaat.
- De besluitvormingsnotitie spitst zich toe op de besluitvorming en de rollen van de verschillende partijen hierin bij iedere stap van het proces.
De energyboard is het overlegorgaan per provincie waarin alle zaken worden besproken die te maken hebben met het energiesysteem en structurerende lijnen worden uitgezet over het energiesysteem van de komende 10 jaar.
In de energyboard worden acties die (deel)gebieden en sectoren overstijgen, besproken, uitgevoerd en gecoördineerd. Vanuit de energyboard wordt onder meer gewerkt aan de energievisie en de pMIEK op en wordt op provinciaal niveau de aanpak van netcongestie gecoördineerd.
De provincie heeft het initiatief genomen om de energyboard en de benodigde werkorganisatie in te richten. Gemeenten, netbeheerders en het Rijk zijn deelnemers en, worden afhankelijk van regionale context, aangevuld met andere partners die van belang zijn voor het regionale energiesysteem.
Het document “De basisinformatie energyboards" beschrijft onder andere de rol van de energyboards op het gebied van integraal programmeren en kan dienen als hulpmiddel bij dit proces.
Alle 12 provincie hebben in 2023 een eerste pMIEK opgeleverd. Deze zijn door de netbeheerders zo goed als mogelijk doorvertaald in hun investeringsplannen. In de uitvoeringsaanpak pMIEK hebben betrokken partijen vastgelegd hoe ze de pMIEK projecten ook daadwerkelijk tot uitvoering gaan brengen.
Na de zomer van 2023 zijn provincies, netbeheerders en gemeenten begonnen aan de tweede integrale samenwerkingsronde. Dit betekent het opstellen van een energievisie die in het najaar van 2024 gereed zal zijn en die de basis gaat vormen voor een volgende versie van de pMIEK, met als deadline februari 2025.
Alle provincies hebben in 2023 een pMIEK opgeleverd, welke hieronder terug te vinden zijn. Op basis van de ervaringen uit de eerste ronde is een handleiding pMIEK opgesteld. Deze wordt gebruikt voor de tweede ronde pMIEK. Zodra deze gepubliceerd zijn, zullen deze hier gedeeld worden.
Wil jij meer weten over de energietransitie, of heb je vragen? Neem dan contact op met:
- Mariëlle Vosbeek - opgavemanager energiesysteem bij het IPO
- Email: mvosbeek@ipo.nl