In de Implementatie en Uitvoeringsagenda Drinkwater is aangegeven dat het Rijk samen met IPO duidelijk maakt wat onder de wettelijke zorgplicht (artikel 2 Drinkwaterwet) valt, dan wel waar juridisch ruimte is om keuzes te maken: welk water en welk watergebruik valt wel en niet onder de zorgplicht? Deze fase wordt in twee stappen uitgevoerd. Stap 1 is de juridische afbakening en stap 2 gaat over de beleidsmatige gevolgen daarvan.
Stap 1 is nu gereed, Universiteit Utrecht (UU) heeft in opdracht van Rijk en IPO een juridisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage hieronder). Kort gezegd is de conclusie dat de zorgplicht alleen geldt voor water dat bestemd is voor huishoudelijke doeleinden. UU heeft hiervoor de juridische aspecten in kaart gebracht en er is onder meer onderzoek gedaan naar de gehanteerde definities in de wet- en regelgeving. Ook is gekeken naar de juridische ruimte en vervolgens naar de parlementaire geschiedenis en de regelgevende intenties van de wetgever.
Rijk en IPO willen rond de zomer 2023 stap 2 organiseren, dit is het gesprek met de betrokken stakeholders over de meer beleidsmatige vragen: Wat betekent dit dan voor de bestaande praktijk, hoe zouden we het nu met elkaar willen regelen en hoe werkt dit door naar andere beleidsvelden? Wat is er nodig om de bestaande en nieuwe beleidsintenties te kunnen verwezenlijken? En welke uitleg van de wet of aanpassing van de wet past hier bij? Vervolgens kan eventueel besluitvorming plaatsvinden over de reikwijdte van de zorgplicht op nationaal niveau.