In het overleg van november is vastgesteld dat gemeenten reserves en overschotten kunnen inzetten, onder meer voor de dekking van structurele kosten die voortvloeien uit investeringen. Mogelijk kan dit gemeenten helpen tekorten te verkleinen en begrotingen sluitend te krijgen. Dit is nadrukkelijk geen oplossing voor structurele tekorten van nu en in de toekomst, maar het kan wel actuele knelpunten oplossen. Lees hier de notitie.
Financieringssystematiek
Het Rijk streeft naar een nieuwe financieringssystematiek voor decentrale overheden. De nieuwe systematiek koppelt het accres aan de gemiddelde groei van het BBP over de afgelopen acht jaar. Voorheen groeiden het provinciefonds en gemeentefonds mee met de uitgaven van het Rijk (normeringssystematiek). Provincies en gemeenten maken zich grote zorgen over de nieuwe BBP-systematiek, omdat deze onvoldoende rekening houdt met de stijging van de kosten voor zorg, beheer en onderhoud van infrastructuur, het openbaar vervoer, en natuurbeheer. In maart zullen de decentrale overheden verder praten met de fondsbeheerders over de BBP-systematiek. Voorafgaand aan het overleg moet zijn geanalyseerd wat de impact is voor de provincies en gemeenten wanneer zij overstappen op de BBP-systematiek. Ook moet duidelijk zijn of en hoe de BBP-systematiek voor zekerheid kan zorgen in relatie tot beleidsterreinen als zorg, infrastructuur, openbaar vervoer, en natuurbeheer.
Opschalingskorting
Gemeenten en provincies pleiten al langer voor de afschaffing van de opschalingskorting. Het demissionair kabinet geeft aan hier begrip voor te hebben. Wanneer er dit voorjaar nog geen nieuw kabinet is gevormd, zegt het demissionair kabinet toe dat de oploop van de opschalingskorting op tafel ligt. Tijdens een volgend overleg in april zullen de partijen hierover doorpraten ter voorbereiding op de Voorjaarsnota.
Lees hier de terugkoppeling van de VNG.
De opschalingskorting is tijdens kabinet Rutte-II ingevoerd. Gemeenten en provincies zouden volgens het toenmalig kabinet efficiënter functioneren wanneer ze groter zijn. Het fuseren van gemeenten en provincies werd daarom aangemoedigd, en hun financiën werden gekort wanneer het inwonersaantal van een gemeente of provincie groeide als gevolg van een fusie. Het Kabinet Rutte-III schafte de verplichte opschaling van gemeenten en provincies af, maar de opschalingskorting bleef. De opschalingskorting loopt op van 2015 tot 2025. Vanaf 2025 bedraagt de opschalingskorting €715 miljoen. Kabinet Rutte-IV schrapte eerder al de oploop van de opschalingskorting en bevroor de opschalingskorting tot en met 2025.