In maart 2024 hebben de fondsbeheerders, mede namens de provincies, de ROB om advies gevraagd over het verdeelmodel van het provinciefonds. Op 20 september presenteerde de ROB haar advies. De provincies verwelkomen dat de ROB de zorgen erkent die de provincies eerder hebben aangegeven. Ook vinden zij het belangrijk dat de verantwoordelijkheid voor de verdeling van het fonds nu duidelijk bij de fondsbeheerders ligt.
De provincies vragen de fondsbeheerders om voor 1 december 2024 een uitgewerkt plan van aanpak te presenteren. Dit plan moet duidelijke afspraken bevatten over zowel de korte- als lange termijn aanpassingen en worden vastgelegd in een overhedenakkoord. De provincies benadrukken dat deze twee onderdelen in samenhang moeten worden aangepakt, en dat er aandacht moet zijn voor een gezonde balans tussen de ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht van de provincies. Verder moeten de fondsbeheerders garanderen dat provincies niet financieel benadeeld worden als er vertraging optreedt in de uitvoering van het plan. De provincies verwachten dat het hele traject, inclusief alle verbeteringen, uiterlijk 1 januari 2028 is afgerond.
De provincies zien ook een aantal aandachtspunten. Ze benadrukken dat er aandacht moet zijn voor specifieke problemen, zoals de verevening van de Overige Eigen Middelen, de financiering van de Friese taal en de eigenheid van provincies. Ook moet er zonder vertraging een oplossing komen voor de invoeringsfouten jeugdzorg en vervoersregio’s.
De drie onderzoeken naar de opgaven infrastructuur, natuur en openbaar vervoer die de ROB adviseert, raken de al lopende onderzoeken naar de balans tussen taken en middelen voor deze opgaven. De afspraken voor deze onderzoeken zijn vastgelegd in de Voorjaarsnota 2024. Het gaat er dus niet alleen om dat de verdeling van het geld eerlijk is, maar vooral dat de provincies überhaupt genoeg middelen krijgen om deze taken goed te blijven uitvoeren. Dit is eerder al benoemd en onderbouwd in het BMC-rapport 'Taken en middelen in balans' uit het voorjaar van 2024.