Nieuw financieringssysteem voor provincies en gemeenten
Provincies en gemeenten worden voor het grootste deel gefinancierd uit het provincie- en gemeentefonds. De hoogte van dit fonds wordt bepaald door het financieringssysteem dat hieraan gekoppeld is. Op dit moment groeien en krimpen de fondsen mee met de uitgaven van het Rijk (trap-op-trap-af). Het demissionair kabinet heeft besloten dat het provincie- en gemeentefonds gekoppeld wordt aan het bruto binnenlands product (BBP). De koppeling van de fondsen aan de BBP stond gepland voor 2027 maar wordt vervroeg naar 2024. Het geld dat provincies en gemeenten mislopen door het eerder omschakelen van financieringssysteem wordt door het Rijk bijna geheel gecompenseerd.
Door de groei van het provincie- en gemeentefonds te koppelen aan de gemiddelde groei van het BBP over de afgelopen acht jaar, verwachten de overheden meer stabiliteit in de groei van het provinciefonds.
Gevolgen voor openbaar vervoer, infrastructuur en natuur
Zowel het demissionair kabinet als de provincies zien dat er extra onderzoek nodig is naar de vraag of de BBP-systematiek voldoende meebeweegt met de kosten van de beleidsterreinen openbaar vervoer, infrastructuur en natuur. Provincies moeten genoeg middelen hebben om hun maatschappelijke taken voor inwoners en andere partners uit te voeren. De provincies blijven hierover in gesprek met het Rijk om een goede balans tussen ambitie, taken, middelen en uitvoeringskracht te vinden.
Afschaffen van de opschalingskorting grote opluchting voor gemeenten
Gemeenten en provincies pleiten al jaren voor de afschaffing van de opschalingskorting. Een onterechte bezuiniging die vanaf 2026 voor grote problemen zou leiden, met name voor gemeenten. Het demissionair kabinet heeft besloten dat de korting op het provincie- en gemeentefonds definitief verdwijnt. Dit levert de provincies structureel 40 miljoen en de gemeenten 675 miljoen op. De provincies zijn vooral opgelucht dat gemeenten ontdaan zijn van deze last. Provincies zien namelijk toe op de gemeentefinanciën vanuit hun rol als toezichthouder.
Rijk compenseert verlies aan motorrijtuigenbelasting
Provincies heffen belasting via de motorrijtuigenbelasting (MRB) door een belastingtarief op het bezit van motorvoertuigen binnen hun provinciegrenzen. Mensen met een elektrische auto’s krijgen een korting op deze belasting waardoor provincies belasting mislopen. Het Rijk wil deze korting verlengen en afbouwen naar 2030. Het geld dat provincies hierdoor mislopen wordt gecompenseerd door het Rijk. De totale compensatie wordt toegevoegd aan het provinciefonds.