Constructief aan de slag, scherp op de uitwerking
In de integrale aanpak van het Rijk herkennen provincies haar inzet. Vanwege de omvang van het pakket is dit bericht een eerste reactie. We zullen op een later moment gedetailleerder ingaan op de specifieke onderdelen. Het totaalpakket bevat uitgangspunten en maatregelen die, na zorgvuldige uitwerking met de provincies, een belangrijk vertrekpunt zijn voor de grote verandering in het landelijk gebied. Uit de toon van de brieven blijkt dat het Rijk gevoelig is voor en handelt naar de gevoelens in de samenleving. In de uitwerking vraagt het veel van provincies. We hebben belangrijke stappen te zetten en daarom mag het kabinet de provincies aan haar zijde weten. Wij gaan de komende jaren met elkaar constructief aan de slag in de provincies.
Voortgang Nationaal programma landelijk gebied (NPLG)
Uit het rapport van de heer Remkes blijkt dat er een andere manier van werken nodig is om tot gedragen oplossingen te komen. Dit heeft ook impact op de integrale aanpak van het landelijk gebied. Het kabinet wil duidelijkheid bieden over wat wel en niet kan en doet dat de komende periode onder andere via het NPLG. De overheden maken concreter hoe de verschillende opgaven in een gebied worden aangepakt. Dit biedt ook een enorme kans: samen kunnen we een landelijk gebied realiseren waar we prettig, veilig en gezond werken, wonen, ondernemen en recreëren. Provincies ondersteunen het voornemen van het kabinet om hier vooral oog te hebben voor de menselijke maat.
Landbouwakkoord
Leefbaarheid van het platteland en perspectief voor de landbouw zijn randvoorwaarden voor een landbouwakkoord. Volgens de provincies staat centraal dat ondernemers voor hun situatie investeringsbeslissingen moeten kunnen nemen. Gebaseerd op het vertrouwen dat ze ook in de toekomst een gezonde boterham kunnen verdienen. Dit is cruciaal om tot resultaten te komen. Hiervoor is wel duidelijkheid van de overheid nodig. Duidelijke doelen, ruimte en ondersteuning en bovenal zicht op nieuwe verdienmodellen. De uitwerking moet echter gebeuren op gebiedsniveau. Geen provincie is hetzelfde en er zijn vele manieren waarop de doelen kunnen worden gehaald. Dat verschilt per gebied. Het voornemen om te komen tot een landbouwakkoord ondersteunen provincies van harte. Eerder deze week deden de gezamenlijke provincies al een aanbod. Daardoor is een fundament gelegd voor het akkoord. We gaan er van uit dat het Rijk nu vlug kan doorpakken op de realisatie van het akkoord. Die snelheid is nodig omdat de onzekerheid op het boerenbedrijf nu al ingrijpt op de gebiedsprocessen.
Piekbelasters en PAS melders
In de brief Voortgang integrale aanpak landelijk gebied en opvolging uitspraak Raad van State over Porthos wordt aangegeven dat de aanpak piekbelasters ook tot doel heeft om een groot deel van de melders te legaliseren. Daarbij is er ook aandacht voor activiteiten van nationaal belang. Hiermee moet niet onbedoeld de indruk worden gewekt dat dit snel tot dit resultaat gaat leiden. Het kunnen onderbouwen van het additionaliteitsvereiste is hiervoor een belangrijke randvoorwaarde. Dat begrip vereist dat de gerealiseerde stikstofdaling niet nodig is om de natuur te herstellen. Als dat wel zo is, kan het niet worden ingezet om bijvoorbeeld PAS melders te legaliseren of nieuwe vergunningen voor nieuwe (economische) ontwikkelingen af te geven. Om dat aan te tonen is nodig dat er veel bedrijven gebruik maken van het vrijwillige spoor. Alleen dan wordt voorzien in de benodigde daling van stikstofdepositie. In het licht daarvan juichen de provincies toe dat melders die te maken krijgen met niet langer te voorkomen handhaving in aanmerking kunnen komen voor een schadevergoeding.
Om deze aanpak tot een succes te maken zijn naast additionaliteit regelingen nodig die staatsteunproof zijn. Staatssteun is een risico op Rijks- als provinciaal niveau. Hier moet meer indringend het gesprek over worden aangegaan met Brussel en provincies trekken hier graag samen in op met het Rijk.
Water en bodem
Bij het leggen van de ruimtelijke puzzel gebruiken we het water- en bodemsysteem als onderlegger, om af te wegen waar wat kan vanuit dat oogpunt. Het kabinet kiest hiervoor in de brief over water en bodem sturend (WBS) een aantal belangrijke richtingen. We hebben nog onvoldoende zicht op de uitvoerbaarheid hiervan en haalbaarheid van gestelde termijnen voor het leggen van de ruimtelijke puzzel. Het ontbreekt vooral nog aan duidelijkheid voor de huidige grondgebruikers: op welke wijze raakt het hen precies? Provincies hebben van het Rijk samenhangende keuzes en sturende principes nodig: water en bodem sturend moet 1 op 1 doorwerken in hoofdlijnenbrief NPLG, zodat we niet geconfronteerd worden met verschillende beleidsuitspraken over hetzelfde onderwerp in verschillende programma’s.
Verder uitwerken
Brieven vullen elkaar aan en vormen duidelijk een samenhangend geheel. Vooral aan provincies wordt het nodige gevraagd om in hun gebiedsprogramma’s uit te werken. Op tal van plekken in het totaalpakket wordt verwezen naar uitwerkingen die op latere momenten beschikbaar komen. Provincies spannen zich tot het uiterste in om constructief bij te dragen. Het is daarbij van groot belang om als 1 overheid te blijven optrekken en te werken naar een nieuwe natuurlijke toekomst van Nederland.