Bezuinigen Provincies 2
  • Home
  • Nieuws
  • Kabinet bezuinigt de komende jaren ca 200 miljoen op provincies: gevolgen voor inwoners en voorzieningen

Kabinet bezuinigt de komende jaren ca 200 miljoen op provincies: gevolgen voor inwoners en voorzieningen

25 maart 2025 Het kabinet legt van 2026 tot 2029 ca 200 miljoen euro een bezuiniging op provinciale taken op, wat direct impact heeft op voorzieningen voor inwoners en bedrijven. Dit is het gevolg van het beleidsvoornemen uit het Hoofdlijnenakkoord om Specifieke Uitkeringen (SPUK’s) om te zetten naar fondsuitkeringen. Vooruitlopend daarop heeft het kabinet een generieke 10 procent korting doorgevoerd, zonder onderbouwing of reële besparing op de uitvoeringslasten, en zonder de daadwerkelijke grootschalige omzetting van de SPUK’s. De bezuiniging raakt in veel gevallen de grote maatschappelijke opgaven waar ook dit Kabinet voor aan de lat staat. Provincies roepen het kabinet daarom op de bezuiniging terug te draaien en dat SPUK’s alsnog worden omgezet naar fondsuitkeringen.
Meer weten Thema's

Een oplossing die het probleem vergroot 

Provincies en gemeenten ontvangen SPUK’s om specifieke taken uit te voeren, maar moeten daarover uitgebreide verantwoording afleggen aan het Rijk. Dit zorgt voor hoge administratieve lasten. Het aantal SPUK’s is in vijf jaar tijd gestegen van 16 naar 154, waardoor provincies steeds minder beleidsvrijheid hebben. IPO pleitte daarom al eerder om de wildgroei aan SPUKS terug te dringen. Het kabinet erkende deze problemen en besloot om SPUK’s grotendeels te schrappen en over te hevelen naar het Provinciefonds. Maar in plaats van administratieve verlichting, kwam er een 10 procent bezuiniging op alle SPUK’s en blijft het merendeel van de SPUK’s gewoon in stand. Dit betekent dat provincies van 2026 tot en met 2029 dezelfde taken moeten uitvoeren met in totaal ca 200 miljoen euro minder, zonder te kunnen besparen op de administratieve lasten. “Dit is geen efficiencykorting, maar een ordinaire bezuiniging over de rug van provincies en daarmee met grote effecten voor inwoners,” stelt Jo-Annes de Bat, IPO-bestuurder en gedeputeerde in Zeeland. “De administratieve lastenverlichting is minimaal, terwijl de financiële klap enorm is.” 

Grote gevolgen voor natuurherstel en klimaatmaatregelen 

De bezuinigingen gaan ten koste van maatschappelijke opgaven waarvoor we gezamenlijk aan de lat staan. Een belangrijk deel van de bezuiniging, 110 miljoen euro vanaf 2027, gaat ten koste van het gezamenlijke programma van rijk en provincies voor natuurherstel. Dit budget moet worden ingezet voor maatregelen om natuurgebieden te versterken en de stikstofproblematiek aan te pakken. Door deze korting kunnen niet alle noodzakelijke natuurmaatregelen volgens planning worden uitgevoerd, wat ook het risico op juridische procedures vergroot. Wij verwachten dat dit niet de wens van het Kabinet kan zijn, omdat deze bezuiniging haaks staat op de opdracht van de ministeriële commissie voor economie en natuurherstel. We voeren als provincies open en constructieve gesprekken met de commissie en gaan er daarom vanuit dat de gevolgen van deze korting ook daar geadresseerd kunnen worden. We roepen het kabinet dan ook op om niet vooruitlopend op die gesprekken deze bezuiniging door te voeren. 

Nauwelijks lastenverlichting 

Naast de financiële gevolgen constateren provincies dat er nauwelijks vooruitgang wordt geboekt met de overgang van SPUK’s naar het Provinciefonds, terwijl er tegelijkertijd nieuwe SPUK’s bijkomen. Dit vergroot de regeldruk in plaats van deze te verminderen. Provincies willen daarom snel duidelijkheid over hoe de ministeries de SPUK’s gaan omzetten naar provinciefonds en roepen het kabinet op de korting terug te draaien. 

“Als het kabinet wil dat provincies hun taken blijven uitvoeren, dan moeten daar realistische middelen tegenover staan,” zegt gedeputeerde De Bat. “Anders zijn we gedwongen onze ambities naar beneden bij te stellen. En dat raakt iedereen.”