"Schoon water is van levensbelang voor mens en natuur. Er is de afgelopen jaren veel werk verzet en met resultaat, want we voldoen al aan 80% van de normen, maar we zijn er nog niet. We blijven daarom investeren in maatregelen die nodig zijn om de KRW-doelen te realiseren, nu en ook na 2027. Dat vraagt om een stevige inzet vanuit de ministeries van IenW en LVVN, maar ook van provincies, waterschappen en gemeenten. Deze tussenevaluatie vormt voor ons als overheden een goede basis om met elkaar nadere afspraken te maken over maatregelen die mogelijk en noodzakelijk zijn om de waterkwaliteit en hoeveelheid in rivieren, meren en het grondwater te verbeteren. Dat doen wij niet alleen, maar samen met bedrijven, industrie en inwoners in onze samenleving”, aldus Arne Weverling, gedeputeerde in de provincie Zuid-Holland, namens de gezamenlijke provincies.
Kaderrichtlijn Water
Met de Kaderrichtlijn Water (KRW) is Europees afgesproken om het water in rivieren, meren, sloten en het water in de bodem schoner en gezonder te maken. Alle landen in Europa moeten ervoor zorgen dat het water in 2027 aan bepaalde kwaliteitseisen (chemisch schoon, voldoende en ecologisch gezond water) voldoet. Het vandaag verschenen Koepelrapport tussenevaluatie Kaderrichtlijn Water (KRW) is een tussentijdse evaluatie van het traject om de KRW-doelen van 2027 te halen. De rapportage laat de huidige stand van zaken zien en welke extra inzet nodig is om zo snel mogelijk de doelen te halen.
De huidige stand van zaken
In totaal telt ons land 745 oppervlaktewaterlichamen en 23 grondwaterlichamen met samen 100.000 parameters waarmee de kwaliteit (chemie en ecologie) van het water wordt gemeten. Iedere parameter heeft een norm die volgens de KRW niet mag worden overschreden. Op dit moment voldoen de waterlichamen aan 80% van de normen. Maar door het ‘one out-all out’ principe krijgt geen enkel waterlichaam de status ‘goede toestand’ zolang het niet voldoet aan 100% van de parameters. Van de grondwaterlichamen bevinden 4 van de 23 zich in een goede toestand. Voor het grondwater liggen er knelpunten op de chemische toestand (stoffen) of dat er te veel grondwater onttrokken wordt waardoor de voorraad niet in balans is.
Extra inspanning nodig
In stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's) staat beschreven welke doelen, maatregelen en prioriteiten nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze plannen worden opgesteld per stroomgebied: Rijn, Maas, Schelde en Eems. Voorbeelden van maatregelen zijn: het verminderen van nutriëntenbelasting uit de landbouw, grensoverschrijdende wateren en Rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s), het de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het aanpakken van chemische verontreinigingen, waaronder industriële stoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Over de uitbreiding en versnelling van Rijks- en regionale maatregelen, gericht op het behoud en verbeteren van een robuuster watersysteem dat beter bestand is tegen invloeden van buitenaf, maken de overheden begin 2025 nadere afspraken.