Landelijke steun voor regionaal maatwerk
Complexe, langdurige vergunningprocedures en concurrerende belangen in de leefomgeving zijn de grootste knelpunten. Lastige inpassing in de leefomgeving is daarvan vaak de oorzaak. Maar ook de stikstofproblematiek, gebrek aan financieringsruimte (WACC), personeelstekorten en netcongestie vormen soms obstakels voor de ontwikkeling van nieuwe drinkwaterbronnen en infrastructuur. De precieze knelpunten verschillen echter per regio. De provincies en drinkwaterbedrijven hebben, samen met IPO en Vewin, regionale actieplannen opgesteld. Deze plannen brengen in kaart wat er per regio nodig is om de drinkwaterbeschikbaarheid te waarborgen.
De regionale actieplannen bevatten concrete maatregelen, zoals het aanwijzen van geschikte locaties voor drinkwaterwinning en het aanpakken van regionale knelpunten. Ze laten echter ook zien dat veel uitdagingen niet op regionaal niveau kunnen worden opgelost en landelijke ondersteuning nodig is.
"Het is belangrijk dat we niet alleen bewuster omgaan met drinkwater, maar ook de productiecapaciteit vergroten." Zegt Martijn Dadema, portefeuillehouder drinkwater namens de gezamenlijke provincies. "Daarom ben ik trots op de provincies en drinkwaterbedrijven die in veertien regio's plannen gemaakt om dit te realiseren. Met het landelijke actieprogramma ondersteunen we deze regionale initiatieven en zorgen we samen voor voldoende schoon drinkwater"
Om deze uitdagingen aan te pakken, hebben het IPO, Vewin en IenW gezamenlijk het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen ontwikkeld. Hierin zijn afspraken gemaakt over versnelde vergunningprocedures, betere ruimtelijke inpassing van drinkwaterlocaties en het bevorderen van kennisdeling. Daarnaast wordt gewerkt aan het aanwijzen van nieuwe drinkwaterbronnen, het versnellen van vergunningsprocedures en de integratie van drinkwaterbelangen in nationale beleidsprogramma’s.
Noodzaak tot samenwerking
Het succes van het Actieprogramma hangt af van de gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen, van lokale overheden tot landelijke beleidsmakers. Samenwerking op alle niveaus is essentieel om de gestelde doelen te behalen. Het programma benadrukt dat iedere partij - drinkwaterbedrijven, provincies, waterbeheerders, gemeenten en het Rijk – verantwoordelijkheid moet nemen voor het nakomen van de afspraken. Alleen door gezamenlijke inzet en een voortvarende uitvoering van de actieplannen kan de drinkwatervoorziening tot 2030 en daarna worden gewaarborgd.
“We kennen ons land allemaal als een land waar er water in overvloed is. Ik vind het dan ook niet uit te leggen dat het RIVM toch heeft moeten concluderen dat er in 2030 een drinkwatertekort ontstaat, als we niets doen. Dus gaan we er juist wél iets aan doen. Ik ben enorm trots op alle betrokkenen die acties hebben afgesproken waardoor er ook in 2030 voldoende drinkwater is. Dit zijn namelijk geen makkelijke keuzes: als een provincie een gebied aanwijst voor drinkwaterwinning, levert dat beperkingen op voor andere gebruikers. Ondanks het grote belang van drinkwater is dit elke keer weer een moeilijke afweging.” Aldus minister van Infrastructuur en Waterstaat Barry Madlener.
“Het is tijd om de handen ineen te slaan en het Actieprogramma uit te gaan voeren. Zonder gezond, schoon en voldoende drinkwater is er geen goede volksgezondheid, voedselzekerheid, veiligheid of welvaart. Alleen door nú samen actie te ondernemen, kunnen we voldoende drinkwater voor iedereen verzekeren, nu en in de toekomst!” Zegt Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin).