De situatie heeft verstrekkende gevolgen voor zowel verduurzaming als economische ontwikkeling. Zo kan ASML in Noord-Brabant niet uitbreiden door een gebrek aan transportcapaciteit². In Friesland ziet de provincie zich genoodzaakt dieselbussen in het OV in gebruik te nemen door een gebrek aan oplaadruimte op het net³. Bovendien staan er in meerdere provincies nieuwbouwwoningen leeg bij gebrek aan een stroomaansluiting⁴. Ook waterschappen kampen met congestie: door elektriciteitsgebrek kunnen waterzuiveringsinstallaties niet op volle capaciteit draaien⁵.
Provincies spelen een sleutelrol bij het aanpakken van netcongestie, maar worden geconfronteerd met aanzienlijke obstakels. Daartoe doen provincies een aantal dringende aanbevelingen om congestieproblematiek effectief aan te pakken. Allereerst is er behoefte aan een duidelijke strategie voor de stimulering van alternatieven voor elektriciteit als energiedrager, zoals warmte, waterstof en groen gas. Dit kan de druk op het elektriciteitsnet verlichten. Daarnaast pleiten provincies voor meer zeggenschap over de verdeling van schaarse transportcapaciteit. Dit sluit aan bij hun coördinerende rol en verantwoordelijkheden in gebiedsontwikkeling en op energie-infrastructuur.
Tot slot hebben provincies de afgelopen jaren extra taken gekregen op het gebied van netcongestie. Uit het recent uitgebrachte ROB-herijkingsadvies blijkt echter dat de beschikbare middelen die hier tegenover staan fors tekortschieten. Het kabinet lijkt vooralsnog geen extra middelen beschikbaar te stellen voor provincies, wat ertoe kan leiden dat provincies hun inspanningen op netcongestie en energie-infrastructuur moeten afschalen. Dit staat haaks op de urgentie van het probleem en de cruciale rol die provincies spelen bij de oplossing ervan⁶. De provincies dringen erop aan dat het kabinet het ROB-herijkingsadvies opvolgt in de voorjaarsnota.
De provincies dringen aan op negen concrete maatregelen die congestieverzachtend werken en omgang met schaarse transportcapaciteit stroomlijnen.
1. Geef provincies inzicht in de wachtrij van netbeheerders
Provincies kunnen hun coördinerende rol en verantwoordelijkheden in gebiedsontwikkeling beter volbrengen als zij inzicht hebben in de partijen die in de wachtrij voor transportcapaciteit staan. Netbeheerders kunnen deze informatie vaak niet vrijgeven door privacywetgeving. Maak onderscheid tussen inzichten die overheden en derden mogen ontvangen.
2. Breid ruimtelijk beleidsinstrumentarium uit
Om beter te kunnen sturen op het energiesysteem en netcongestie te beperken is uitbreiding van het ruimtelijk instrumentarium van provincies noodzakelijk. Dit geeft provincies de mogelijkheid om met energetische argumenten te sturen op ruimtelijke ontwikkelingen zoals grootschalige batterij-initiatieven. De ministeries van KGG en VRO werken aan een nadere uitwerking hiervan. Provincies benadrukken het belang van aanpassingen in de Energiewet en Omgevingswet.
3. Maak het voor provincies mogelijk om transportcapaciteit te reserveren
Provincies dienen in staat te worden gesteld om transportcapaciteit die vrijkomt na netuitbreiding (bijvoorbeeld door pMIEK projecten) te reserveren voor beoogde ontwikkelingen, zoals woningbouw, ziekenhuizen en bedrijventerreinen. Zo kan capaciteit worden toebedeeld aan de maatschappelijk belangrijke ontwikkelingen waarvoor de netinfrastructuur geprogrammeerd is.
4. Maak specifiek beleid op de stikstofnormen voor netinfrastructuur
Netuitbreiding versnelt verduurzaming door elektrificatie van activiteiten mogelijk te maken. Dat draagt bij aan een significante verlaging van de stikstofuitstoot, hetgeen niet in verhouding staat tot de relatief geringe stikstofuitstoot als gevolg van de bouw van netinfrastructuur. De recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen vergroot onduidelijkheid en leidt mogelijk tot langere doorlooptijden⁷. Provincies roepen daarom op om snel duidelijkheid te verschaffen en werk te maken van specifiek beleid op stikstofnormen voor netinfrastructuur.
5. Zorg voor een groepstransportovereenkomst (GTO) die attractief is voor energiehub initiatieven
Het GTO-voorstel van Netbeheer Nederland, dat momenteel ter beoordeling voorligt bij de ACM, lijkt onvoldoende aantrekkelijk voor partijen die een energiehub willen starten. Ongunstige GTO-voorwaarden vormen een grote beperking voor initiatiefnemers, wat niet alleen realisatie van energiehubs in gevaar brengt, maar ook netcongestie kan verergeren.
6. Verbeter handelingsperspectief alternatieve energiedragers
Alternatieve energiedragers, waaronder waterstof, groen gas en warmte, kunnen elektrificatie verminderen en daarmee congestieproblematiek verzachten. De uitrol van warmtenetten kan bijvoorbeeld voorkomen dat netcongestie verergert door grootschalige installatie van (hybride) warmtepompen. Echter, deze alternatieven komen in de praktijk vaak onvoldoende van de grond. Onder meer omdat onvoldoende duidelijk is welke drager waar, wanneer en tegen welke kosten beschikbaar komt. Een duidelijke koers vanuit het Rijk is nodig om investeringsbeslissingen te versnellen en zekerheden te bieden.
7. Geef netbeheerders de mogelijkheid om wachtrij op te schonen
Provincies zien graag dat netbeheerders strengere eisen mogen stellen voor behoud van een plek in de wachtrij voor transportcapaciteit. Zo kan worden voorkomen dat aanvragers zonder reële kans op realisatie van hun project een plek in de wachtrij behouden – en daarmee stroom voor andere initiatieven belemmeren.
8. Zorg voor voldoende middelen bij provincies om netcongestie-gerelateerde taken uit te voeren
Provincies kunnen hun sleutelrol in het aanpakken van netcongestie niet vervullen zonder de benodigde middelen. Zij pleiten dan ook voor implementatie van het ROB-advies en het beschikbaar houden van middelen zonder efficiencykorting⁸. De provincies doen een dringende oproep aan het kabinet om dit te realiseren in de voorjaarsnota.
9. Breng daarnaast ook capaciteit voor netuitbreiding op orde bij netbeheerders, Rijk en gemeenten
Netuitbreidingen zijn een enorme opgave en vragen veel uitvoeringskracht van netbeheerders en overheden. Er zijn voldoende vergunningsverleners, uitvoerders, projectleiders, omgevingsmanagers en juristen nodig om vertraging bij projecten tegen te gaan. Voor het tegengaan van netcongestie is het cruciaal om in uitvoeringskracht te (blijven) investeren, onder meer door technische scholing te stimuleren
Bronnen:
- Kamerstuk 29 023, nr. 451
- ‘Geen stroom voor uitbreiding ASML: dan maar een parkeerterrein’, AD,
- ‘Friesland vindt nieuwe dieselbussen maand voor stop geen probleem’, AD.
- ‘Stroom uit het stopcontact is niet meer vanzelfsprekend’, NRC.
- ‘Waterschappen kampen met overvol stroomnet: ‘Misschien moeten we vragen: willen we TikTok of droge voeten?’, Het Parool.
- 'Provincies partner in het Klimaat- en Energiebeleid’, Inbreng IPO Begrotingsbehandeling KGG
- ‘Uitspraak Raad van State over intern salderen’, Levend Landschap
- Provincies partner in het Klimaat- en Energiebeleid’, Inbreng IPO Begrotingsbehandeling KGG