Om de afspraken uit het Energieakkoord én het Klimaatakkoord te kunnen halen, is het bouwen van windparken op land echt nodig. Gemeenten, provincies en waterschappen zien daarover in toenemende mate veel ongerustheid. Omwonenden maken zich zorgen over hun gezondheid, bijvoorbeeld vanwege de effecten van het geluid van windturbines. Maar ook over visuele effecten als slagschaduw en obstakelverlichting.
In het nieuwe Coalitieakkoord hebben de regeringspartijen afgesproken dat er heldere afstandsnormen komen voor de bouw van windmolens op land. Natuurlijk is het goed dat er goede normen komen om hinder zoveel mogelijk te voorkomen. Tegelijkertijd willen we de klimaatambities waar maken. Dat vraagt er om dat de realisatie van lopende en nieuwe windparkprojecten niet verder vertraagt of bemoeilijkt.
We roepen u daarom op om op basis van objectieve criteria tot nieuwe normen te komen. De basis is wat ons betreft het criterium geluid, maar het is ook goed dat lage trillingstonen en slagschaduw in het opstellen van die normen worden meegenomen. Op dit moment loopt al een proces waarin de milieugevolgen worden onderzocht worden; de zogenoemde milieueffectraportage of plan-m.e.r.-plicht als gevolg van de uitspraak van de Raad van State. De provincies pleiten er voor om dit zorgvuldige proces vooral voort te zetten en niet ad hoc tot normen te komen die de lopende plannen voor windparken doorkruisen. Graag gaan wij daarover met u in gesprek.