Na de decentralisatie van het regionaal economisch beleid hebben de provincies zich de afgelopen jaren bewezen als regisseurs van de regionale economie. Hiervoor hebben de provincies fors geïnvesteerd met eigen middelen in tal van instrumenten, fondsen, economic boards en regionale ontwikkelingsmaatschappijen. De opgebouwde structuur staat echter onder druk door gebrek aan structureel financieel kader met het Rijk. De provincies benadrukken daarom het belang van een nieuwe set aan afspraken over financiering en cofinanciering tussen provincies en het Rijk voor regionaal economisch beleid.
De provincies stellen vast dat de dienstverlening aan het MKB op dit moment onoverzichtelijk is en dat het MKB onvoldoende bereikt wordt. Daarom pleitten de provincies voor een landelijke basisinfrastructuur voor de ondersteuning van en aan het MKB waarbij maatwerk per provincie en in de regio's voorop staat.
Het grootste probleem waar het MKB nu mee te maken heeft is het personeelstekort. Vanuit het Rijk wordt er op dit vraagstuk aangestuurd vanuit vier departementen. Dit leidt tot beleid en regelingen die onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. Om dit te voorkomen bieden de provincies aan om, samen met het Rijk en gemeenten, verkokering tegen te gaan en te bouwen aan een nieuw, meer integraal arbeidsmarktbeleid.